Rekestprocedure Civiel recht overig - Uitspraken.nl (2024)

4

De beoordeling

Behandeling in deelgeschil

4.1.

De deelgeschilprocedure biedt betrokkenen bij een geschil over letsel- of overlijdensschade in de buitengerechtelijke onderhandelingsfase een eenvoudige en snelle toegang tot de rechter, om de totstandkoming van een minnelijke regeling te bevorderen. In verband hiermee moet de rechtbank eerst beoordelen of de verzochte beslissing kan bijdragen aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst.

4.2.

In dit geval verschillen partijen – kort gezegd – van mening over de vraag of ASR aansprakelijk is voor de gevolgen van het ongeval dat

[verzoekster]

is overkomen. Met een oordeel over deze vraag kunnen partijen in onderhandelingen bekijken of zij kunnen komen tot een vaststellingsovereenkomst. Dit betekent dat de rechtbank het verzoek inhoudelijk zal bespreken.

De beslissing in het kort

4.3.

De rechtbank is van oordeel dat ASR 85% van de schade van

[verzoekster]

als gevolg van het ongeval dient te vergoeden en dat 15% van de schade van

[verzoekster]

door

[verzoekster]

zelf moet worden betaald. Hoe de rechtbank tot dit oordeel komt, legt de rechtbank in de volgende overwegingen uit.

Aansprakelijkheid artikel 185 WVW en overmacht

4.4.

De vraag of ASR aansprakelijk is voor de schade van

[verzoekster]

door het ongeval moet worden beoordeeld aan de hand van artikel 185 van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW). Dit artikel bepaalt dat als – zoals in deze zaak – een automobilist betrokken is bij een verkeersongeval waarbij schade wordt toegebracht aan een fietser, de automobilist verplicht is om de schade te vergoeden. Dit is alleen anders als aannemelijk is dat het ongeval is te wijten aan overmacht. ASR beroept zich op overmacht.

4.5.

Het beroep van ASR op overmacht kan alleen slagen als ASR aannemelijk maakt dat aan de automobilist over de wijze waarop hij aan het verkeer heeft deelgenomen, voor zover van belang voor de veroorzaking van het ongeval, rechtens geen enkel verwijt kan worden gemaakt. Verkeersfouten van

[verzoekster]

zijn alleen van belang, indien deze verkeersfouten voor de automobilist zo onwaarschijnlijk waren dat deze bij het bepalen van zijn verkeersgedrag met die mogelijke verkeersfouten naar redelijkheid geen rekening hoefde te houden.

In deze zaak bestond de verkeersfout van

[verzoekster]

daarin dat zij met haar (voor)wiel in mul zand terecht is gekomen en daardoor is gevallen.

4.6.

Bij het beoordelen van de vraag of het beroep van ASR op overmacht kan slagen, gaat de rechtbank uit van de volgende omstandigheden.

Het ongeval heeft plaatsgevonden op een dag waarop het weer goed was, het regende niet. De weg waarop het ongeval heeft plaatsgevonden is een eenrichtingsweg voor gemotoriseerd verkeer in het duingebied van Texel, fietsers mogen aan beide kanten op de weg rijden. Gemotoriseerd verkeer mag op deze weg maximaal 60 km/u rijden. De automobilist is ter plaatse bekend. De automobilist heeft op verzoek van ASR de weg op de plek van het ongeval gemeten en daaruit bleek dat de weg ter plaatse van het ongeval 3,20 meter breed is. De auto van de automobilist was 1,95 meter breed. Achter de auto hing een bootttrailer, met daarop een vissersboot waar tenminste 5 mensen (de inzittenden van de auto) in konden zitten. De boottrailer was ongeveer 1,75 meter breed. De auto reed zoveel mogelijk rechts en deels in de berm van de weg, tegen houten palen aan. Aan de zijde waar de auto reed was de berm van de weg verhoogd. De auto reed ten tijde van het ongeval zo’n 10 tot 15 km/u.

[verzoekster]

reed op een elektrische fiets met een gewone snelheid.

4.7.

Op de dag van het ongeval, nadat de hulpdiensten waren gearriveerd, zijn foto’s gemaakt van de weg. Deze foto’s zijn overgelegd in productie 2 bij het verweerschrift. De rijrichting van de automobilist was gelijk aan de rijrichting van de ambulances op de tweede foto.

[verzoekster]

kwam de automobilist tegemoet (

[verzoekster]

kwam dus vanaf het gebouw fietsen).

4.8.

Uit de foto’s blijkt dat de weg overzichtelijk is in die zin dat partijen elkaar ruim van tevoren hebben kunnen zien naderen. Uit de foto’s blijkt ook dat er ten tijde van het ongeval aan beide zijden van de weg, tegen de berm aan, zand op de weg ligt. Dat is niet ongebruikelijk in het duingebied.

4.9.

[verzoekster]

verwijt de automobilist dat hij zijn auto niet tot stilstand heeft gebracht toen zij hem passeerde.

[verzoekster]

stelt ook dat de automobilist verder rechts had moeten houden. Aan deze laatste stelling gaat de rechtbank voorbij omdat ASR onbetwist heeft gesteld dat de automobilist niet verder naar rechts kon rijden vanwege palen aan de zijkant van de weg. ASR verwijt

[verzoekster]

dat zij niet is afgestapt dan wel dat zij een stuurfout heeft gemaakt waardoor zij is komen te vallen. Voor zover ASR

[verzoekster]

verwijt dat zij haar snelheid of haar rijgedrag niet heeft aangepast, gaat de rechtbank aan die stelling voorbij omdat niet is gebleken dat de oorzaak van het ongeval was gelegen in de snelheid waarmee of de wijze waarop

[verzoekster]

fietste.

4.10.

De verkeersfouten die partijen elkaar verwijten tonen aan dat beide verkeersdeelnemers maar weinig verweten kan worden, dat maakt de afweging tussen de standpunten van partijen ingewikkeld. De rechtbank vindt bij het vormen van het oordeel de staat waarin de weg zich verkeerde van zwaarwegend belang. De weg is immers smal, aan beide zijden van de weg lag zand op de weg en uit de eerste onder 4.7 gevoegde foto blijkt dat het asfalt aan de zijde waar

[verzoekster]

fietste geen strakke lijn vormt omdat het asfalt is afgebrokkeld. Naast deze omstandigheden weegt voor de rechtbank zwaar mee de grootte van de auto en de daaraan gekoppelde boottrailer. Onder deze omstandigheden acht de rechtbank het aannemelijk dat

[verzoekster]

met haar voorwiel in het zand terecht is gekomen en daardoor is gevallen, omdat zij als zwakke verkeersdeelnemer erop gefocust moet zijn geweest om bij het passeren contact met de auto te vermijden waardoor haar aandacht minder uitging naar de staat van de weg. Deze verkeersfout van

[verzoekster]

was naar het oordeel van de rechtbank niet zo onwaarschijnlijk voor de automobilist dat de automobilist bij het bepalen van zijn verkeersgedrag met die mogelijke verkeersfout naar redelijkheid geen rekening hoefde te houden. Ook een automobilist weet dat er op wegen in een duingebied rekening moet worden gehouden met zand op de weg en dat fietsers, als zij van de verharde weg in het zand rijden, gemakkelijk ten val kunnen komen. Dit zand was hier ook zichtbaar, net als de afgebrokkelde rand van het asfalt.

4.11.

Door ASR is naar voren gebracht dat de verkeersfout van

[verzoekster]

voor de automobilist onwaarschijnlijk was omdat er:

voldoende ruimte was voor

[verzoekster]

om de auto en de boottrailer te passeren, en

al drie fietsers zonder problemen de auto en boottrailer hadden gepasseerd.

ASR stelt daarnaast dat van de automobilist niet verwacht of gevergd mocht worden dat hij zijn voertuig tot stilstand brengt iedere keer dat een fietser uit de tegengestelde richting passeert.

4.12.

Hoewel ASR stelt dat er voor

[verzoekster]

voldoende ruimte was om de auto en de boottrailer te passeren, is zij bij de onderbouwing van die stelling niet ingegaan op het zand op de weg en de staat van het asfalt. Dat had van ASR wel mogen worden verwacht, alleen al omdat door het zand op de weg de weg smaller lijkt dan het in werkelijkheid was. Het feit dat drie fietsers de auto en boottrailer al probleemloos waren gepasseerd, maakt niet dat de verkeersfout van

[verzoekster]

daardoor zo onwaarschijnlijk was dat de automobilist daarmee bij het bepalen van zijn verkeersgedrag naar redelijkheid geen rekening hoefde te houden. Het passeren van deze andere fietsers doet namelijk niet af aan de omstandigheden genoemd onder 4.6 tot en met 4.8. Het argument van ASR dat van een automobilist niet kan worden gevergd dat hij stopt iedere keer dat een fietser uit tegengestelde richting passeert, slaagt naar het oordeel van de rechtbank ook niet. De omstandigheden in de uitspraken waarnaar ASR verwijst ter onderbouwing van dit standpunt, zijn niet vergelijkbaar met de omstandigheden waarin het ongeval in deze zaak heeft plaatsgevonden. In deze zaken was bijvoorbeeld geen sprake van een smalle weg

in combinatie met een auto en boottrailer. Daarbij speelde in die zaken ook niet dat zand in de berm en aan de zijkant van de weg lag.

4.13.

Het beroep van ASR op artikel 185 WVW slaagt naar het oordeel van de rechtbank niet. De aansprakelijkheid van ASR voor de gevolgen van het ongeval staan daardoor vast. Omdat ASR geen beroep heeft gedaan op opzet of aan opzet grenzende roekeloosheid dient ASR in ieder geval 50% van de schade van

[verzoekster]

als gevolg van het ongeval te vergoeden.

Eigen schuld?

4.14.

ASR stelt dat er sprake is van eigen schuld van

[verzoekster]

in de zin van artikel 6:101 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW)

en dat de gedragingen van

[verzoekster]

(in overwegende mate) hebben bijgedragen aan het ontstaan en de gevolgen van het ongeval. ASR stelt in dat verband dat zij niet aansprakelijk kan worden gehouden om meer dan 50% van de schade van

[verzoekster]

te dragen.

4.15.

De in artikel 6:101 lid 1 BW gegeven regel houdt – toegepast op deze situatie – in dat de (overige) 50% van de schade van

[verzoekster]

wordt verdeeld over

[verzoekster]

en ASR in evenredigheid met de mate waarin de aan ieder toe te rekenen omstandigheden tot de schade hebben bijgedragen (causaliteitsafweging). Deze verdeling kan vervolgens worden gecorrigeerd als de billijkheid dit eist wegens de uiteenlopende ernst van de gemaakte fouten of andere omstandigheden van het geval (de billijkheidscorrectie). De aard en de ernst van het letsel, met name blijvend letsel, is een van de zwaarst meewegende omstandigheden bij de toepassing van een billijkheidscorrectie.

Aan de stelling van

[verzoekster]

tijdens de mondelinge behandeling dat de massa en snelheid van de auto ook bij de billijkheidscorrectie moeten worden meegewogen gaat de rechtbank voorbij. Deze omstandigheden zijn al verdisconteerd in de rechtspraak regel dat ten minste 50% van de schade van de niet gemotoriseerde verkeersdeelnemer ten laste van de gemotoriseerde verkeersdeelnemer wordt gebracht. De rechtbank moet dus beoordelen in welke mate de aan ASR en

[verzoekster]

toe te rekenen omstandigheden tot de schade hebben bijgedragen. Vervolgens zal de rechtbank moeten beoordelen of er aanleiding is om deze verdeling nog verder aan te passen (en dus de billijkheidscorrectie moeten toepassen).

Causaliteitsafweging

4.16.

Over de toedracht van het ongeval zijn partijen het in hoofdlijnen eens. Geen van partijen heeft aangegeven nog nader bewijs ter zake van de toedracht te willen leveren. Daarom dient te worden beslist op grond van de op dit moment beschikbare feiten over de toedracht van het ongeval.

4.17.

Partijen gaan er beiden vanuit dat het ongeval is veroorzaakt doordat

[verzoekster]

met haar (voor)wiel in zand terecht is gekomen, een stuurcorrectie heeft uitgevoerd en ten val is gekomen, vlak voor het achterwiel van de boottrailer. ASR stelt in het verweerschrift weliswaar dat

[verzoekster]

met haar wiel in de berm terecht is gekomen. Tussen partijen staat echter vast dat deze berm bestaat uit mul duinzand zodat de rechtbank er vanuit gaat dat het feit dat

[verzoekster]

met haar wiel in zand terecht is gekomen, heeft geleid tot het ongeval.

4.18.

Voorafgaand aan het ongeval heeft geen partijen een verkeersregel overtreden. Partijen kan beiden alleen worden verweten dat zij onvoldoende hebben geanticipeerd op de situatie zoals die zich voordeed.

Aan de automobilist kan worden verweten dat hij onvoldoende rekening heeft gehouden met de impact die zijn auto met boottrailer op

[verzoekster]

zal hebben gehad in combinatie met de smalle weg en het zand op de weg. Dat had voor hem aanleiding moeten zijn om te stoppen op het moment dat

[verzoekster]

hem passeerde. Daar staat tegenover dat de automobilist 10-15 km/uur reed op een weg waar hij 60 km/uur mocht rijden, uiterst rechts in de berm heeft gereden en de val van

[verzoekster]

niet heeft veroorzaakt.

Aan

[verzoekster]

kan worden verweten dat zij niet is afgestapt voordat de auto met de boottrailer haar passeerde. Zij kon de auto met de boottrailer tijdig zien aankomen en moet ook de staat van de weg hebben opgemerkt; zij had dus voldoende tijd om zich te realiseren dat zij beter kon afstappen.

[verzoekster]

heeft dat echter niet gedaan en heeft, al dan niet als gevolg van een schrikreactie, een stuurfout gemaakt en is daardoor ten val gekomen.

[verzoekster]

is voorafgaande aan de val niet door de auto (of de boottrailer) geraakt.

4.19.

De omstandigheden tegen elkaar afwegend is de rechtbank van oordeel dat

[verzoekster]

enige mate van eigen schuld heeft aan veroorzaking van het ongeval.

[verzoekster]

heeft namelijk zelf besloten niet af te stappen voordat de auto met boottrailer haar passeerde terwijl zij zelf de impact ervaarde van de auto met de bootttrailer op de smalle weg. De rechtbank weegt daarbij zwaar mee dat de automobilist geen verkeersregel heeft overtreden en zijn auto noch de boottrailer

[verzoekster]

heeft geraakt voorafgaand aan het ongeval.

4.20.

Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat 60% van de schade van

[verzoekster]

voor rekening van ASR moet komen en 40% van de schade voor rekening van

[verzoekster]

zelf.

Billijkheidscorrectie

4.21.

Bij de vraag of de billijkheidscorrectie leidt tot een andere verdeling van de schade dient de rechtbank de ernst van de gemaakte fouten en de overige omstandigheden van het geval te betrekken. Zoals uit het voorgaande al blijkt is de rechtbank van oordeel dat geen van partijen een verkeersnorm heeft geschonden of een verkeersfout heeft begaan. Op die grond is er dan ook geen reden om te komen tot een andere verdeling van de schade. Die aanleiding kan wel gevonden worden in de ernstige gevolgen van het ongeval. Die ernstige gevolgen zijn door ASR niet betwist. Er was, zo is namens

[verzoekster]

tijdens de mondelinge behandeling naar voren gebracht, sprake van een zeer ernstig en levensbedreigend ongeval met ernstig schedel/ hersenletsel en uitgebreid orthopedisch letsel. Er zijn nog steeds lichamelijke en psychische klachten. Het ongeval en de gevolgen daarvan hebben het leven van

[verzoekster]

blijkend veranderd en hebben geleid tot een aanzienlijke en blijvende aantasting van de kwaliteit van haar leven. Dit is door ASR niet betwist.

4.22.

Dit leidt ertoe dat de billijkheid een andere verdeling van de schade eist en wel in die zin dat ASR 85% van de schade van

[verzoekster]

moet dragen en dat

[verzoekster]

15% van de schade zelf moet dragen.

Kosten deelgeschil

4.23.

De rechtbank moet op grond van artikel 1019aa lid 1 Rv de kosten van de deelgeschilprocedure begroten.

4.24.

Buitengerechtelijke kosten komen voor vergoeding in aanmerking als is voldaan aan de dubbele redelijkheidstoets van artikel 6:96 lid 2 BW: (i) het maken van kosten dient in de gegeven omstandigheden redelijk te zijn en (ii) de omvang van de verrichte werkzaamheden zal redelijkerwijs noodzakelijk moeten zijn om vergoeding van de schade te verkrijgen.

4.25.

[verzoekster]

heeft de kosten van deze deelgeschilprocedure begroot op een bedrag van € 3.893,- (inclusief BTW en inclusief € 384,- van door haar betaalde verschotten (griffierecht)). Daarbij is

[verzoekster]

uitgegaan van een tijdsbesteding van 11,42 uur tegen een uurtarief van € 250,00 vermeerderd met BTW. Daarnaast verzoekt

[verzoekster]

de urenbesteding met betrekking tot de mondelinge behandeling van het verzoekschrift te begroten.

4.26.

ASR verzoekt de rechtbank over te gaan tot matiging van de begrote kosten, omdat deze volgens haar te hoog zijn. ASR verzoekt het uurtarief wat betreft de administratieve werkzaamheden te matigen naar € 50,- en de tijdsbesteding bij te stellen naar 10 uur.

4.27.

De hoogte van het uurtarief van € 250,-van mr. Dorenbosch sluit aan bij de bedragen die in de rechtspraak van de laatste jaren als redelijk worden beschouwd. De rechtbank acht daarnaast de totale urenbesteding (tot aan de mondelinge behandeling) gelet op vergelijkbare zaken niet onredelijk. De rechtbank zal het verzoek de buitengerechtelijke kosten te begroten op € 3.893,- (inclusief BTW en verschotten) dan ook toewijzen. Voor de urenbesteding met betrekking tot de mondelinge behandeling houdt de rechtbank rekening met één uur, tegen het uurtarief van € 250,- te vermeerderen met 21% btw, zodat de rechtbank in totaal een bedrag aan buitengerechtelijke kosten zal toewijzen van € 4.195,50.

4.28.

ASR verzoekt de vergoeding van de buitengerechtelijke kosten te verminderen met het aangenomen percentage eigen schuld.

[verzoekster]

voert daartegen verweer.

4.29.

Omdat de vergoedingsplicht van ASR op 85% is gesteld, is een correctie wegens eigen schuld aan de orde. De rechtbank ziet in wat

[verzoekster]

heeft aangevoerd geen reden om hiervan af te wijken. De rechtbank sluit aan bij het merendeel van de uitspraken waarin het percentage eigen schuld doorwerkt naar de kosten ex artikel 1019aa Rv. ASR zal dan ook worden veroordeeld tot betaling van een bedrag van (85% van € 4.195,50 =) € 3.566,18,- aan

[verzoekster]

.

Rekestprocedure Civiel recht overig - Uitspraken.nl (2024)

References

Top Articles
How To Manifest You're Dream Life?
A History of Sanskrit Literature
Craigslist Warren Michigan Free Stuff
Limp Home Mode Maximum Derate
Localfedex.com
Fallout 4 Pipboy Upgrades
Texas (TX) Powerball - Winning Numbers & Results
Culver's Flavor Of The Day Monroe
Craigslist/Phx
Zendaya Boob Job
Shariraye Update
Hartford Healthcare Employee Tools
Best Fare Finder Avanti
Morgan And Nay Funeral Home Obituaries
Dr Manish Patel Mooresville Nc
Chastity Brainwash
Tnt Forum Activeboard
Q Management Inc
Ahrefs Koopje
Best Mechanics Near You - Brake Masters Auto Repair Shops
Veracross Login Bishop Lynch
Tips and Walkthrough: Candy Crush Level 9795
Troy Gamefarm Prices
Prot Pally Wrath Pre Patch
Helpers Needed At Once Bug Fables
Truvy Back Office Login
Wonder Film Wiki
Craigslist Brandon Vt
Sandals Travel Agent Login
Indiana Jones 5 Showtimes Near Jamaica Multiplex Cinemas
How to Use Craigslist (with Pictures) - wikiHow
Emily Katherine Correro
Baldur's Gate 3 Dislocated Shoulder
Tamil Play.com
拿到绿卡后一亩三分地
The Boogeyman Showtimes Near Surf Cinemas
Snohomish Hairmasters
Pensacola Cars Craigslist
Sc Pick 4 Evening Archives
More News, Rumors and Opinions Tuesday PM 7-9-2024 — Dinar Recaps
Man Stuff Idaho
Gym Assistant Manager Salary
Sig Mlok Bayonet Mount
Unveiling Gali_gool Leaks: Discoveries And Insights
Www Craigslist Com Atlanta Ga
Accident On 40 East Today
Random Warzone 2 Loadout Generator
Guy Ritchie's The Covenant Showtimes Near Look Cinemas Redlands
What Time Do Papa John's Pizza Close
Land of Samurai: One Piece’s Wano Kuni Arc Explained
Island Vibes Cafe Exeter Nh
Emmi-Sellers
Latest Posts
Article information

Author: Msgr. Refugio Daniel

Last Updated:

Views: 5693

Rating: 4.3 / 5 (74 voted)

Reviews: 89% of readers found this page helpful

Author information

Name: Msgr. Refugio Daniel

Birthday: 1999-09-15

Address: 8416 Beatty Center, Derekfort, VA 72092-0500

Phone: +6838967160603

Job: Mining Executive

Hobby: Woodworking, Knitting, Fishing, Coffee roasting, Kayaking, Horseback riding, Kite flying

Introduction: My name is Msgr. Refugio Daniel, I am a fine, precious, encouraging, calm, glamorous, vivacious, friendly person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.